Spelregels 8-Ball

Doel van het spel

8-ball is een vorm van poolbiljart die het meest wordt gespeeld. 8-ball wordt gespeeld met 16 ballen, 1 speelbal (de witte) en 15 genummerde ballen. De egale ballen met de nummers 1 tot en met 7 noemen we de hele ballen, de gestreepte ballen met de nummers 9 tot en met 15 noemen we de halve ballen. De speler wint wanneer alle ballen waarmee de speler speelt (heel of half) als eerste zijn gepot en de speler daarna de zwarte 8-ball in de aangewezen pocket pot. De speler verliest als de zwarte 8-ball van tafel wordt gespeeld, zwart in de verkeerde pocket pot, zwart vroegtijdig pot of wanneer je zwart pot en wit er achteraan gaat. De speler die heeft gewonnen, mag de pot daarna beginnen.

Opstelling

Zie jij ook vaak mensen druk bezig met de opstelling van de poolballen? Half om heel, kleur om kleur of zelfs op volgorde van cijfers. Niets is minder waar. De opstelling is veel simpeler dan vaak wordt gedacht. Behalve de witte, gaan alle ballen in de driehoek: het rack. De voorste bal gaat op de stip en de zwarte bal behoort in het midden, op de derde rij. Daarnaast gaat in de onderste rij in de ene hoek een hele en in de andere hoek een halve bal.

Break

De witte bal wordt achter de hoofdlijn gelegd. De ruimte achter deze lijn wordt de kitchen genoemd. Met deze witte bal mag de eerste speler de pot breken. Dit noem je een break shot, ook wel bekend als afstoot. Wie de break mag doen, bepalen de spelers zelf. De bal die vervolgens gepot wordt, heel of half, is de bal waarmee deze speler de rest van de pot speelt.

De break is alleen geldig als minimaal 4 ballen, exclusief wit, een rand van de tafel raken. Gebeurt dit niet, mag de tegenstander bepalen of er met deze tafel verder wordt gespeeld of dat de break opnieuw wordt gedaan. Bij de laatste optie mag er ook weer opnieuw bepaalt worden wie de break doet.

Wordt er niks gepot? Dan is de volgende speler aan de beurt.

Wordt er een hele én een halve bal gepot? Dan is de tafel nog ‘open’. De speler mag nog een keer en mag hierbij kiezen of de speler voor half of heel gaat. Pot de speler nu niks, dan is de tafel dus nog steeds ‘open’. De tegenstander heeft dan de keuze om voor heel of half te gaan.

Het maken van een fout

Wanneer één of meerdere situaties zoals hieronder beschreven zich voordoet, krijgt de tegenstander de bal in hand. Dit betekent dat deze speler de witte bal op een gewenste plek op de tafel mag leggen en vanuit daar verder mag spelen. Dit is ook het geval wanneer de speler wel zijn/haar eigen bal heeft gepot, maar daarnaast een fout maakt.

  • Wit wordt gepot.
  • De speler raakt met de witte bal eerst de bal van de tegenstander óf de zwarte bal in plaats van de bal waar de speler zelf mee speelt.
  • Na het raken van een bal met de witte bal, raakt geen bal de rand van de tafel.
  • De witte bal springt met opzet.
  • Een bal wordt van tafel gespeeld. Wanneer dit een andere bal is dan de witte bal, blijft deze bal de rest van het spel weg (in de pocket).
  • De keu wordt doorgestoten. Dit gebeurt wanneer de keu zo ver wordt doorgeduwd dat er andere ballen samen met de witte bal door worden geduwd met de keu.
  • Er wordt een bal geraakt met het lichaam of een kledingstuk.
  • De keu raakt een andere bal dan de witte bal.
  • De speler raakt geen enkele bal.

Call-shot

8-ball is één van de spelsoorten die het zogenaamde call-shot hanteert. Dit wil zeggen dat de speler bij elke bal voorafmoet aangeven in welke pocket hij/zij deze bal gaat potten. De speler blijft aan de beurt zolang de ballen correct worden gepot. Indien een bal in een andere dan de aangekondigde pocket wordt gestoten, of wanneer de speler mist, is de tegenstander weer aan de beurt. Bij elke nieuwe beurt mag er opnieuw worden gekozen welke bal waar wordt gepot.